Santos E-Bike Snelle Handleiding

Snel op weg met je Santos E-bike

In deze snelle handleiding vind je tips en aandachtspunten voor een Santos E-bike, uitgerust met de GO Swiss aandrijving.
Deze snelle handleinding is bedoeld om je snel op weg te helpen. Het bevat de belangrijkste informatie voor het rijden met jouw Santos E-Bike fiets. 


Heb je vragen?

Neem dan gerust contact met ons op

Veiligheid

  • Draag een helm. 
  • Controleer je remmen voor iedere rit. 
  • Wees erop voorbereid dat overige weggebruikers niet anticiperen op je snelheid. 
  • De fiets is zwaarder en sneller dan je gewend bent. De besturing vereist misschien gewenning. 
  • Lees voor gebruik de gebruiksaanwijzing van het GO SwissDrive systeem en van het EVO display door. 
    Downloads zijn te vinden aan het einde van dit document.

Evo Display

  • Via het display kun je enkele systeeminstellingen wijzigen. 
  • Het systeem kan door de dealer worden uitgelezen. 
  • Het display is stof- en waterdicht (IP-65). 
  • Via de USB aansluiting van het display kun je apparaten opladen tot 1A (5 volt), dus 5 Watt. 
  • In de displayinstellingen kun je een wielomtrek ingeven. Corrigeer de wielomtrek in het display als je een band met een andere maat monteert. Dit zorgt voor een realistische weergave van de snelheid. 
  • Om ondersteuning te krijgen tijdens het lopen naast de fiets, houd je de plus-knop ingedrukt.

Accu

Voor gebruik
Het beste is om de accu te ontwaken voordat je gaat fietsen of gaat opladen: druk op de knop op de accu.

Opladen / ontladen 
Laad de accu voor het eerste gebruik helemaal op. 
Gebruik alléén de originele lader en accu en ga als volgt te werk: 

  1. Zet het systeem uit met de knop op het display, voordat je de kabel van de accu verwijdert. 
  2. Activeer áltijd de accu voordat je een stekker aansluit, door op de knop op de accu te drukken. 
  3. Sluit de lader aan op de accu. 
  4. Steek de stekker van de lader in het stopcontact. 
  5. Zet indien van toepassing de knop op de lader aan. 

Stoppen met laden kan te allen tijde. Zet eerst de knop op de lader uit, haal dan de stekker uit het stopcontact en de stekker uit de accu. 

Laad de accu op bij kamertemperatuur (tussen 10 en 30 C°). 
De batterij heeft geen ‘memory effect’, dus je kunt hem na iedere rit opladen. 
Op de batterij zitten 4 ledjes om de laadstatus te controleren.

 

Lading controleren: 
  • 0 leds branden : 0-20 % 
  • 1 led brandt: 21-40 % 
  • 2 leds branden: 41-60 % 
  • 3 leds branden: 61-80 % 
  • 4 leds branden: 81-100 %
Tijdens opladen:
  • 1e led knippert: 0-24 % 
  • 2e led knippert: 25-49 % 
  • 3e led knippert: 50-84 % 
  • 4e led knippert: 85-96 % 
  • 4 leds branden: 97-100 %

 

Opslaan / transporteren 
Zet het systeem uit voordat je de kabel van de accu verwijdert. De accu heeft een ‘DeepSleep’ modus waarbij hij zijn eigen verbruik minimaliseert.  Deze treedt in werking op het moment dat: 

  • De accu 8 dagen niet wordt gebruikt. 
  • De onderspanningsgrens (ca 28 volt) is bereikt. De accu is dan leeg. 
  • De knop op de accu 8 seconden wordt ingedrukt. Het 2e ledje brandt dan kort ter bevestiging.

Je kunt de accu uit de ‘DeepSleep’ modus halen door eenmalig op de knop van de accu te drukken. Alle vier de ledjes lichten kort op ter bevestiging. 

Opslaan van de accu: 

  • De accu heeft een zelfontlading van ongeveer 0,1% per dag bij kamertemperatuur. 
  • Laad de accu op tot 60% - 70% als je deze een tijd niet gaat gebruiken. Controleer elke 3 maanden of de lading nog rond de 60% - 70% is en laad desnoods bij. 
  • Sla de accu op in een droge ruimte van 10 tot 20 C°. Voorkom temperatuurwisselingen. 
  • Pas op met vocht en geleidende materialen (zoals metalen) bij de contactpunten van de accu. 
  • Mocht de accu defect zijn of vocht lekken, voer deze dan af volgens gemeentelijke richtlijnen. 
    Pas op met accuvocht, want dat is giftig!

Transporteren van de accu: 

  • Verwijder de accu als je de fiets gaat transporteren, bijvoorbeeld achterop een auto. 
  • Laat de accu niet vallen! De accu kan onzichtbaar beschadigd zijn. Is de accu gevallen, laat hem dan door een dealer uitlezen. Hij kan zien of er cellen zijn beschadigd.

In gebruik 

  • Zorg dat de accu op slot zit als je gaat fietsen zodat hij niet uit de houder kan vallen. 
  • Tijdens het gebruik wordt de accu warm, dat is niet erg. 
  • Een Li-ion accu presteert slechter naarmate het kouder is. Bij 0 tot 10 graden vorst kan de capaciteit 30% tot 40% minder zijn. Dit effect is niet permanent. 

Motor

  • Het systeem heeft 2 standen om energie terug te leveren aan de accu, bijvoorbeeld bij een afdaling in de bergen. Dat kan alleen met een achterwielmotor. Let op: boven de maximale snelheid stopt de regeneratie en daarmee de remmende werking van het systeem. 
  • De motor is nagenoeg onhoorbaar (18-25 dB). 
  • Doordat de motor in het achterwiel zit, wordt de aandrijflijn niet belast met het vermogen dat de motor levert. Dit is erg duurzaam. 
  • De sensoren (torque en snelheid) zijn in het achterwiel geïntegreerd. Een te hoge riemspanning kan de werking van de torque sensor in de naaf belemmeren, en daarmee de werking van het hele systeem. Het stuk riem boven de achtervork mag rond de 10mm op-én-neer kunnen bewegen, dus zo’n 20mm in totaal.

 

Remmen


Monteer remschijven van 180mm of groter. Gebruik uitsluitend de bijgeleverde M5x7 (T25) schroefjes en draai ze aan met 5Nm. 

  • Monteer zonder remschijf altijd een vulplaat, zodat de schroefjes niet te ver in de naaf worden gedraaid. Dit kan permanente schade toebrengen. 
  • Bij hergebruik van de schroefjes moet opnieuw (lichte) Locktide 243 worden toegepast.

Onderhoud

  • Zet het systeem uit en verwijder de accu tijdens het schoonmaken of ander onderhoud. 
  • Vermijd het contact van water en oplosmiddelen bij de stekkers. 
  • Houd voor banden breder dan 60mm een maximale bandendruk aan van 2,8bar.
  • Gebruik géén hogedruk spuit, tuinslang of perslucht. Reinig je fiets bij voorkeur met een (vochtige) doek. 
  • Verwijder geen stickers van de naaf of accu, want dan vervalt de garantie. 
  • Open geen onderdelen van GO SwissDrive (accu, motor of display), want dan vervalt de garantie. 
  • Breng je fiets, net als een auto, regelmatig naar een dealer voor controle. Doe dit bij voorkeur 1x per jaar.

 

Verwijder het achterwiel indien nodig op de volgende manier: 

  1. Zet het systeem uit. 
  2. Verwijder de kabel uit de accu. 
  3. Koppel de stekker van de motor los. 
  4. Bij een derailleur versnellingssysteem; schakel naar de kleinste tandwielen (voor en achter). 
  5. In het geval van velgremmen; open de remmen zodat de band er tussendoor kan. 
  6. Open de quick release. 
  7. Trek het wiel voorzichtig naar beneden (of het frame omhoog). Let op: het wiel is zwaar! 

Het monteren van het wiel: 

  1. Voer het bovenstaande in omgekeerde volgorde uit. 
  2. Zorg dat de kabel naar voren wijst. 
  3. Zorg dat de ‘torque arm’ naar boven wijst en om het boutkopje valt. 
  4. Doe de quick-release stevig dicht.